Sporten is goed voor je gezondheid. Toch zien we in de paskamer regelmatig sportieve tienermeiden tussen de 11 en 17 jaar met overbelastingsblessures, zegt adviseur voetgerelateerde klachten Peter van den Berg. Hoe kan dat?
Sportblessures en overbelasting
Sportblessures zijn blessures die vooral optreden bij het sporten. Je kunt hierbij een onderscheid maken in acute en chronische blessures. Acute blessures zijn bijvoorbeeld een beenbreuk of spierscheuring. Chronische blessures, zoals peesonstekingen en vermoeidheidsklachten, komen vaker voor dan acuut letsel. Ze ontstaan als de belasting lange tijd groter is dan de belastbaarheid.
Puberteit en sport
In de puberteit vinden veel veranderingen in het lichaam plaats, lichamelijk en hormonaal. Zo blijft de spierkracht soms achter bij de snelle groei van sommige botstructuren, bijvoorbeeld in de knieën of heupen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de Osgood-Schlatterknie. Door de vele lichamelijke veranderingen lopen tienermeiden die graag sporten en veel trainen, tijdens de groeispurt een verhoogde kans op overbelastingsblessures: de balans tussen belasting en belastbaarheid raakt verstoord.
Binnen een team van speelsters die even oud zijn is de een fysiek meer belastbaar dan de ander. Dat komt doordat het rijpingsproces niet bij iedereen op dezelfde leeftijd start en eindigt.
Wat te doen bij een overbelastingsblessure?
Als de belasting groter is dan de belastbaarheid, zit er niets anders op dan de belasting verminderen. Bijvoorbeeld door minder vaak en minder intensief te trainen. Vaak is dat maar tijdelijk nodig en verdwijnen de klachten vanzelf bij voldoende rust en als de groeispurt voorbij is. Monitoren van de groei maandelijks is zinvol om risicovolle periodes in kaart te brengen.
Hoe voorkom je overbelasting?
Sporten is gezond. Zolang het kind luistert naar haar lichaam en zich niet laat verleiden om onder druk van de omgeving haar grenzen te overschrijden, kan het de sport beoefenen die ze wil. Het begeleiden van tienermeiden bij het inschatten van de risico’s en het verloop van klachten helpt blessures voorkomen. Ons advies is: tijdens de groeispurt maandelijks meten, de cliënt ervan bewustmaken dat er een vergrote kans op blessures is, de belasting aanpassen (frequentie en intensiteit krachttraining verlagen), zorgen voor een goede uitvoering van de bewegingen en vooral plezier houden in bewegen.