We zien ze regelmatig op onze spreekuren: ouders die zich zorgen maken over de platvoeten van hun kinderen. Gelukkig kunnen we deze ouders vaak geruststellen. In een normale voetontwikkeling hoort het erbij om een tijdje platvoeten te hebben.
Er zijn twee soorten platvoeten: soepele en stugge platvoeten. Bij een soepele platvoet wordt de holling in de voet weer zichtbaar als je op je tenen gaat staan, bij een stugge platvoet blijft de onderkant van de voet ook dan plat.
Platvoeten horen bij een normale voetontwikkeling. En dat is niet voor niets: een platte voet geeft meer stabiliteit bij het leren lopen. Jonge kinderen hebben de eerste jaren meestal soepele platvoeten. Meestal geven die geen klachten. Ook stugge platvoeten geven meestal geen klachten; slechts ongeveer een kwart van de kinderen met stugge platvoeten krijgt wel klachten (bron: voetenenkelklacht.nl).
Als je kind platvoeten heeft en geen klachten, hoef je niets te doen, behalve te zorgen voor schoenen met een goede pasvorm. Lees meer over het kopen van kinderschoenen in het interview dat wij hielden met dokter Mostert, orthopedisch chirurg bij Isala in Zwolle.
Hoe gaat het verder na de fase van platvoeten?
Tussen het zevende en tiende jaar ontwikkelt zich geleidelijk aan een voetboog en wordt de voetstand steeds neutraler. Bij een kleine groep kinderen ontstaat in deze fase een lichte holvoet (waarbij het gewelf van de middenvoet verhoogd is) (bron: prokinesis.nl).
De kindervoet groeit gemiddeld zo’n twee tot drie maten per jaar. De groei gaat door tot een jaar of zestien à achttien.
Wanneer moet je je wél zorgen maken?
De meeste jonge kinderen hebben geen last van hun platvoeten. Je hoeft je geen zorgen te maken zolang je kind geen klachten heeft. Heeft je kind bij een kortere loopafstand dan normaal last van vermoeide voeten/benen, of van pijn in de voeten na het spelen of in bed? Of struikelt en valt het vaker dan normaal? Dan is dat aanleiding om contact op te nemen met een van onze adviseurs.