Is je zoon of dochter ongeveer acht tot vijftien jaar en heeft hij/zij last van pijn aan de knie(ën), vooral tijdens of na activiteit? Dan kan er sprake zijn van een Osgood-Schlatterknie, een vorm van groeipijn.
Symptomen van Osgood-Schlatter
Een Osgood-Schlatterknie herken je hieraan:
- Pijn net onder de knieschijf, op de plek waar de kniepees hecht aan het scheenbeen en de voorkant van de knie.
- Er ontstaat een gevoelige bobbel op deze plek. Soms blijft deze zwelling zelfs bestaan nadat de pijn verdwenen is en onstaat er op die plek na enkele maanden wat meer botweefsel dan normaal.
- De knie doet vooral pijn tijdens of na activiteiten waarbij de bovenbeenspieren erg actief zijn, zoalsfietsen, rennen, springen, sprinten, traplopen, knielen en kniebuigingen.
- De kniepijn onstaat soms geleidelijk, soms plotseling ontstaan en zijn vaak wisselend aanwezig.
- De klachten kunnen enkele maanden tot twee jaar aanhouden. Meestal gaan ze vanzelf over als je niet meer zo snel groeit.
Oorzaak: groei
Osgood-Schlatter is een blessure vlak onder de knie door overbelasting tijdens de groei. Deze kan ontstaan door veel druk op de spiergroep aan de voorkant van het bovenbeen (de quadriceps). Deze spieren hechten aan op de knieschijf en worden met een kniepees verbonden met de tuberositas tibiae. Dit is een plek op het scheenbeen, vlak onder de knie. Als de kniepees voortdurend trekt aan de tuberositas tibiae, raakt deze overbelast.
De aandoening komt het meeste voor tijdens de groei: bij jongens tussen de tien en vijftien jaar, bij meisjes tussen de acht en dertien jaar. Dit komt doordat het kraakbeen nog niet is omgezet in bot. Kraakbeen is minder sterk en kan minder belasting verdragen. Zodra de groeispurt in snelheid afneemt, nemen de klachten af. Ze zijn volledig weg als de groeikern dicht is en al het kraakbeen omgezet is in bot.
Waarom heeft de een meer klachten dan de ander?
Kniepijn door Osgood-Schlatter komt het vaakst voor bij jongens en meisjes die snel groeien en veel sporten. De kans op Osgood-Schlatter neemt dus toe wanneer het kind (plotseling) intensief sport en/of een groeispurt doormaakt Botten groeien vaak sneller dan spieren, waardoor er meer spanning komt te staan op spieren en pezen en dus ook op de tuberositas tibiae. Andere factoren zijn spierverkorting, een afwijkende voetenstand en verkeerd schoeisel.
Groeipijn aan de knie: wat kun je eraan doen?
Meestal herstelt Osgood-Schlatter zichzelf bij voldoende rust. Het is belangrijk om geduld te hebben en te vertrouwen op het natuurlijke herstelproces. Als de groeispurt voorbij is, verdwijnen de klachten immers. Behandeling is vooral symptoombestrijding. Als de pijn licht is, kan het genoeg zijn om wat minder te sporten. De gevoelige bobbel is nog wel aanwezig, maar dit kan geen kwaad. Heb je pijn, dan kun je je knie bijvoorbeeld koelen met ijsblokjes of een patellabandje gebruiken. Er wordt wel eens geadviseerd om rekoefeningen voor de quadriceps te doen. Maar dit werkt vaak averechts: je verlengt de spier, maar trekt ook onnodig veel aan de aanhechtingsplaats. Beter werkt het rekken van de hamstring (de spiergroep aan de achterkant van je been).